Franse Bijvoeglijke naamwoorden voor het zelfstandig naamwoord

In het Frans volgen de meeste bijvoeglijke naamwoorden het zelfstandig naamwoord dat ze wijzigen. Er zijn echter opmerkelijke uitzonderingen. In dit artikel wordt ingegaan op de bijvoeglijke naamwoorden die voorafgaan aan het zelfstandig naamwoord, wat een aparte smaak toevoegt aan de Franse grammatica.

 

Veelvoorkomende Bijvoeglijke naamwoorden die voorafgaan aan het zelfstandig naamwoord

Bepaalde bijvoeglijke naamwoorden worden voor het zelfstandig naamwoord geplaatst dat ze beschrijven. Deze hebben vaak betrekking op schoonheid, leeftijd, goedheid en grootte. In het Engels worden deze vaak afgekort als BAGS (beauty, age, goodness, size). Hier zijn enkele van de meest gebruikte:

  • Beau (mooi, knap)
  • Joli (mooi)
  • Jeune (jong)
  • Vieux (oud)
  • Bon (goed)
  • Mauvais (slecht)
  • Grand (groot, groot)
  • Petit (klein)
  • Gros (dik, groot)
  • Nouveau (nieuw)

 

Voorbeelden in zinnen

Het kan handig zijn om te begrijpen hoe deze bijvoeglijke naamwoorden in zinnen werken. Hieronder staan voorbeelden van elk bijvoeglijk naamwoord:

  • Beau: Elle a un beau jardin. (Ze heeft een prachtige tuin).
  • Joli: C'est une jolie fleur. (Het is een mooie bloem.)
  • Jeune: Het is een jeune homme. (Hij is een jonge man.)
  • Vieux: C'est un oude livre. (Het is een oud boek.)
  • Bon: C'est un bon repas. (Het is een goede maaltijd.)
  • Mauvais: Il a eu une mauvaise noot. (Hij kreeg een slecht cijfer.)
  • Grand: C'est une groots maison. (Het is een groot huis.)
  • Petit: Elle a un kleine chien. (Ze heeft een kleine hond.)
  • Gros: Il a un gros chatten. (Hij heeft een grote kat.)
  • Nouveau: Hier volgt een nouveau film. (Hier is een nieuwe film.)

 

Onregelmatige plaatsing van bijvoeglijke naamwoorden

Hoewel BAGS bijvoeglijke naamwoorden meestal voor het zelfstandig naamwoord staan, zijn er uitzonderingen. Sommige bijvoeglijke naamwoorden veranderen van betekenis afhankelijk van hun plaatsing voor of na het zelfstandig naamwoord. Hier zijn een paar voorbeelden:

  • Ancien:
    • Before the noun: Mon ancien professeur (My former teacher)
    • After the noun: Un livre ancien (An ancient book)
  • Cher:
    • Before the noun: Mon cher ami (My dear friend)
    • After the noun: Une robe chère (An expensive dress)
  • Propre:
    • Before the noun: Mon propre bureau (My own office)
    • After the noun: Un bureau propre (A clean office)

 

Speciale gevallen

Sommige bijvoeglijke naamwoorden kunnen aan het zelfstandig naamwoord voorafgaan om stilistische redenen of om nadruk te leggen. Poëzie en literaire teksten spelen vaak met de plaatsing van bijvoeglijke naamwoorden om een bepaald ritme of focus te bereiken.

Bovendien zijn bepaalde kwantificeerders en aanwijzingswoorden, zoals autre (andere), elke (elk), quelque (sommige), en tel (zoals), gaan ook vooraf aan het zelfstandig naamwoord:

  • Autre: Nous avons visité un autre musée. (We bezochten een ander museum.)
  • <strong>Chaque: Chaque enfant a reçu un cadeau. (Elk kind kreeg een cadeautje).
  • Quelque: Quelques amis sont venus. (Enkele vrienden kwamen.)
  • Tel: Un tel événement est rare. (Zo'n gebeurtenis is zeldzaam.)