Haar is een essentieel onderdeel van persoonlijke expressie en in het Frans is er een rijke woordenschat om verschillende kapsels, texturen en kleuren te beschrijven. Van bouclés tot raides, elke term beschrijft een uniek aspect van haar dat karakter en stijl kan toevoegen aan iemands uiterlijk. Dit artikel biedt een uitgebreide lijst van Franse woorden voor het beschrijven van haar, compleet met voorbeeldzinnen om het gebruik ervan in alledaagse gesprekken te illustreren.
Blond (blond)
Elle a des cheveux blonds magnifiques (Ze heeft prachtig blond haar)
Bouclés (krullend)
Il a des cheveux bouclés qui tombent sur ses épaules (Hij heeft krullend haar dat over zijn schouders valt)
Brun (bruin)
Ses cheveux sont d'un brun intense (Haar haar is intens bruin)
Chauve (kaal)
Il est chauve et porte des lunettes (Hij is kaal en draagt een bril)
Chevelu (harig)
Un homme très chevelu avec une grande barbe (Een zeer harige man met een grote baard)
Cheveux cassants (breekbaar haar)
Elle utilise un masque pour ses cheveux cassants (Ze gebruikt een masker voor haar broze haar)
Chignon (broodje)
Elle porte ses cheveux en chignon pour les occasions spéciales (Ze draagt haar haar in een knot voor speciale gelegenheden)
Coupe bob (bobsnit)
Elle a choisi une coupe bob pour un look moderne (Ze koos voor een bobsnit voor een moderne look)
Coupe en brosse (platte)
Il aime la coupe en brosse pour son style sportif (Hij houdt van de platte snit vanwege de sportieve stijl)
Court (kort)
Elle a les cheveux courts depuis l'été (Ze heeft sinds de zomer kort haar)
Crépu (pluizig)
Ses cheveux crépus sont magnifiques et volumineux (Haar kroeshaar is mooi en volumineus)
Dreadlocks (dreadlocks)
Il porte des dreadlocks depuis des années (Hij draagt al jaren dreadlocks)
En épis (stekelig)
Ses cheveux sont coiffés en épis (Zijn haar is gestyled in pieken)
Extension de cheveux (haarverlenging)
Elle a ajouté des extensions de cheveux pour plus de longueur (Ze heeft haarextensions toegevoegd voor meer lengte)
Foncé (donker)
Il a des cheveux foncés et des yeux clairs (Hij heeft donker haar en lichte ogen)
Frange (knalt)
Sa nouvelle coupe avec une frange lui va très bien (Haar nieuwe kapsel met pony staat haar erg goed)
Frisé (krullend)
Ses cheveux frisés sont difficiles à coiffer (Haar krullende haar is moeilijk te stylen)
Gris (grijs)
Ses cheveux gris ajoutent du caractère à son visage (Zijn grijze haar geeft zijn gezicht meer karakter)
Long (lang)
Elle laisse pousser ses cheveux longs (Ze laat haar haar lang groeien)
Mi-long (halflang)
Ses cheveux mi-longs sont faciles à entretenir (Haar halflange haar is gemakkelijk te onderhouden)
Noir (zwart)
Il a des cheveux noirs très élégants (Hij heeft heel elegant zwart haar)
Ondulé (golvend)
Elle a de beaux cheveux ondulés (Ze heeft prachtig golvend haar)
Permanente (perm)
Elle a fait une permanente pour des boucles durables (Ze kreeg een permanent voor blijvende krullen)
Poilu (harig)
Son style poilu est unique et naturel (Zijn harige stijl is uniek en natuurlijk)
Queue de cheval (paardenstaart)
Elle attache souvent ses cheveux en queue de cheval (Ze bindt haar haar vaak in een paardenstaart)
Raides (recht)
Elle a des cheveux raides et soyeux (Ze heeft steil, zijdeachtig haar)
Roux (rood)
Ses cheveux roux brillent au soleil (Haar rode haar glanst in het zonlicht)
Tresse (vlecht)
Elle porte une longue tresse dans le dos (Ze draagt een lange vlecht over haar rug)
Tresses (vlechten)
Elle aime porter des tresses pour un look jeune (Ze draagt graag vlechten voor een jeugdige uitstraling)
Voorbeeld
Ma sœur et moi avons des styles de cheveux très différents. Elle a des cheveux longs et raides qu'elle attache souvent en queue de cheval pour plus de confort. Ses cheveux bruns et lisses brillent au soleil, lui donnant un air soigné et élégant. Moi, en revanche, j'ai des cheveux crépus et courts que je préfère laisser libres. J'aime aussi ajouter des tresses pour un peu de style, surtout lors des occasions spéciales. Mon frère, lui, est chauve, ce qui est très pratique pour lui, car il n’a pas besoin de se coiffer ! Nous avons chacun nos préférences, et cela montre à quel point les styles de cheveux peuvent refléter la personnalité de chacun.
Mijn zus en ik hebben heel verschillende kapsels. Zij heeft lang, steil haar dat ze voor het comfort vaak in een paardenstaart bindt. Haar bruine en gladde haar glanst in de zon en geeft haar een verzorgde en elegante look. Ik daarentegen heb pluizig en kort haar dat ik het liefst vrij laat. Ik voeg ook graag vlechten toe voor een beetje stijl, vooral bij speciale gelegenheden. Mijn broer is kaal, wat voor hem heel praktisch is omdat hij zijn haar niet hoeft te stylen! We hebben allemaal onze eigen voorkeuren, wat laat zien hoezeer kapsels iemands persoonlijkheid kunnen weerspiegelen.