Causatieve werkwoorden

Causatieve werkwoorden zijn een essentieel onderdeel van de Engelse taal en bieden een genuanceerde manier om acties en hun veroorzakers uit te drukken. Met deze werkwoorden kunnen we situaties beschrijven waarin iemand of iets een ander persoon of ding iets laat doen. In dit artikel nemen we een kijkje in de wereld van causatieve werkwoorden, onderzoeken we hun verschillende vormen en hoe ze functioneren in het Engels.

 

Wat zijn causatieve werkwoorden?

Causatieve werkwoorden zijn werkwoorden die een persoon of ding aanduiden die een ander persoon of ding aanzet tot actie. Hiermee kunnen we acties beschrijven die niet direct door het onderwerp worden uitgevoerd, maar door iemand of iets anders worden geïnitieerd. Er zijn drie hoofdsoorten causatieve werkwoorden in het Engels: causatief, permissief en onpersoonlijk.

 

De oorzakelijke vorm

De causatieve vorm wordt gebruikt als iemand een ander iets laat doen. Het heeft vaak de structuur: Onderwerp + Oorzakelijk Werkwoord + Voorwerp + Basiswerkwoord.

Bijvoorbeeld:

  • Ze liet hem het huis schoonmaken.
  • Ze lieten de monteur de auto repareren.

 

De toestemmingsvorm

The permissive form allows for an action to take place with the subject's permission or consent. It follows the structure: Subject + Let + Object + Base Verb.

Bijvoorbeeld:

  • Hij liet zijn kinderen tv kijken.
  • Ze laat haar hond in de tuin spelen.

 

De onpersoonlijke vorm

De onpersoonlijke vorm wordt gebruikt om een actie uit te drukken die gebeurt zonder de agent of oorzaak te specificeren. Het volgt meestal de structuur: Het + Oorzakelijk Werkwoord + Voorwerp + Basiswerkwoord.

Bijvoorbeeld:

  • Het deed me afvragen.
  • Het laat je ontspannen.

 

Gemeenschappelijke causatieve werkwoorden

Enkele veel voorkomende causatieve werkwoorden in het Engels zijn:

  • Maken: Hij maakte haar aan het huilen.
  • Hebben: Ze liet hem de computer repareren.
  • Laten: Ze lieten ons naar het feest gaan.
  • Help: Ze hielp hem met het bakken van een taart.

 

Causatieve werkwoorden effectief gebruiken

To use causative verbs effectively, consider the context and the intended meaning. They can be used in both formal and informal situations, but it's essential to choose the appropriate form and structure to convey your message accurately.

 

Lijst met voorbeelden van causatieve werkwoorden

Hier is een lijst met voorbeelden van causatieve werkwoorden:

 

Maken:

  • Ze liet hem studeren voor het examen.
  • De baas liet haar overwerken.

 

Hebben:

  • Ze lieten de chef-kok een speciale maaltijd bereiden.
  • Hij heeft gisteren een onderhoudsbeurt voor zijn auto gehad.

 

Laat:

  • Ik heb mijn zus mijn laptop laten lenen.
  • Kun je me laten weten wanneer de vergadering is?

 

Help:

  • Ze hielp me het huis schoon te maken.
  • Hij helpt zijn kinderen met hun huiswerk.

 

Toestaan:

  • De leerkracht gaf de leerlingen toestemming om rekenmachines te gebruiken.
  • The company doesn't allow smoking indoors.

 

Kracht:

  • Door het slechte weer moesten ze de picknick afzeggen.
  • Hij dwong zichzelf om de marathon uit te lopen.

 

Overtuigen:

  • Ze overtuigden hem om lid te worden van de club.
  • Ze haalde haar vriendin over om het nieuwe restaurant te proberen.

 

Overtuigen:

  • Ik heb mijn ouders overtuigd om een nieuwe telefoon voor me te kopen.
  • Ze overtuigde hem om van gedachten te veranderen.

 

Aanmoedigen:

  • De coach moedigde het team aan om het beste van zichzelf te geven.
  • We moedigen recycling in onze gemeenschap aan.

 

Uitnodigen:

  • Ze nodigden ons uit voor hun bruiloft.
  • Ze nodigde haar vrienden uit voor een filmavond.

 

Motiveren:

  • De bonus motiveerde de werknemers om harder te werken.
  • De inspirerende toespraak motiveerde de studenten.

 

Toestaan:

  • De manager gaf de werknemers een pauze.
  • Haar kinderen mogen in het weekend een toetje eten.

 

Deze voorbeelden laten zien hoe causatieve werkwoorden kunnen worden gebruikt om verschillende acties uit te drukken waarbij een entiteit een andere entiteit beïnvloedt of ertoe brengt iets te doen.