In het Deens begint de letter B met veel interessante woorden. Hier is een uitgebreide lijst van Deense woorden die beginnen met B, samen met een korte beschrijving van elk woord.
- Bade - Baden of een bad nemen. Het kan ook verwijzen naar zwemmen.
- Bag - Achter of achter. Het kan gebruikt worden om het achterste deel van iets te beschrijven of de handeling van achter iets staan.
- Bagage - Bagage of bagage. Deze term verwijst naar de koffers en tassen die voor reizen worden gebruikt.
- Bager - Bakker. Iemand die brood, cake en andere bakkerijproducten bakt.
- Bage - Bakken. Het proces van het koken van voedsel, meestal brood of gebak, in een oven.
- Bajer - Bier. Een veelgebruikte term voor een alcoholische drank gebrouwen uit granen.
- Bane - Spoor of veld. Wordt gebruikt om een pad te beschrijven, zoals een treinspoor, of een sportveld.
- Bank - Bank. Een financiële instelling waar geld wordt opgeslagen en beheerd.
- Barn - Kind. Verwijst naar een jongere, meestal onder de leeftijd van volwassenheid.
- Barndom - Kindertijd. De periode van iemands leven waarin hij een kind is.
- Beboer - Inwoner of bewoner. Iemand die op een bepaalde plaats woont.
- Bed - Bed. Het meubelstuk dat wordt gebruikt om te slapen of te rusten.
- Bede - Bidden. De handeling van het communiceren met een godheid of hogere macht.
- Bedre - Beter. Wordt gebruikt om iets te vergelijken dat van hogere kwaliteit of gunstiger is.
- Begravelse - Begrafenis. De ceremonie voor het begraven of cremeren van iemand die is overleden.
- Begrundelse - Rechtvaardiging of reden. De verklaring of rationale achter een beslissing of actie.
- Behandle - Behandelen of hanteren. Verwijst naar de manier waarop iemand met een persoon of situatie omgaat.
- Behold - Aanschouwen. Iets zien of observeren, vaak gebruikt in een poëtische of formele zin.
- Beløb - Bedrag. De hoeveelheid geld of een andere maatstaf.
- Bemærke - Opmerken of commentaar geven. Iets opmerken of er een opmerking over maken.
- Ben - Been of bot. De ledemaat die gebruikt wordt om te lopen of de harde structuur in het lichaam.
- Beskytte - Beschermen. Iemand of iets beschermen tegen schade.
- Bestille - Bestellen of reserveren. Iets van tevoren reserveren of aanvragen.
- Besøge - Op bezoek gaan. De handeling om iemand of ergens op te zoeken.
- Betale - Betalen. Het proces van geld geven in ruil voor goederen of diensten.
- Bevise - Bewijzen. De waarheid of geldigheid van iets aantonen.
- Blad - Blad of tijdschrift. Het platte deel van een plant of een publicatie met gedrukte inhoud.
- Blå - Blauw. De kleur tussen groen en violet in het spectrum van zichtbaar licht.
- Blære - Blaas. Het orgaan in het lichaam dat urine opslaat.
- Blæse - Blazen. De actie van het uitblazen van lucht uit de mond of het blazen van wind.
- Blind - Blind. Gebrek aan gezichtsvermogen of niet in staat om te zien.
- Blive - Worden. Het proces van veranderen of evolueren in iets.
- Blomst - Bloem. Het reproductieve deel van een plant, vaak kleurrijk en geurig.
- Bog - Boek. Een set samengebonden geschreven of gedrukte pagina's.
- Bolle - Broodje. Een soort broodje, vaak zoet of gebruikt voor sandwiches.
- Bolig - Huisvesting of woonplaats. Een plaats waar mensen wonen, zoals een appartement of huis.
- Bord - Tafel. Een meubelstuk met een plat oppervlak dat wordt ondersteund door poten.
- Bort - Weg. Wordt gebruikt om de richting of toestand te beschrijven van op een afstand van iets zijn.
- Bøsse - Pistool of een slangterm voor een homoseksuele man. De context zal het gebruik verduidelijken.
- Børn - Kinderen. Meervoudsvorm van "barn", die verwijst naar meer dan één jongere.
- Briller - Brillen. Optische hulpmiddelen die worden gedragen om het gezichtsvermogen te corrigeren.
- Brød - Brood. Een basisvoedsel gemaakt van meel en water, gebakken in verschillende vormen.
- Brække - Breken. De actie waarbij iets in stukken uiteenvalt.
- Brændstof - Brandstof. Een stof die wordt gebruikt om motoren of warmte aan te drijven.
- Bringe - Brengen. De handeling van het dragen of vervoeren van iets naar een plaats.
- Bro - Brug. Een structuur die gebouwd is om fysieke obstakels zoals rivieren of wegen te overbruggen.
- Bror - Broer. Een mannelijke broer of zus.
- Brugt - Gebruikt. Iets dat al eerder is gebruikt.
- By - Stad. Een stedelijk gebied waar mensen wonen en werken.
- Bygge - Bouwen. De actie om iets te bouwen.
- Bytte - Ruilen of verhandelen. Het ruilen van iets voor iets anders.
Deze Deense woorden die beginnen met B bieden een kijkje in verschillende aspecten van het leven en de taal.