Woorden die beginnen met F in het Deens

In het Deens beginnen veel woorden met de letter F, elk met zijn eigen unieke betekenis. Hier is een uitgebreide lijst van Deense woorden die beginnen met F, samen met een korte beschrijving van elk woord.

  • Fabrik - Fabriek. Een plaats waar goederen worden gemaakt.
  • Fag - Onderwerp of beroep. Verwijst naar een studie- of beroepsgebied.
  • Fakultet - Faculteit. Een academische divisie binnen een universiteit of hogeschool.
  • Fald - Val. Kan verwijzen naar de daad van vallen of een daling in iets.
  • Familie - Familie. Een groep individuen die verwant zijn door bloed, huwelijk of adoptie.
  • Fand - Duivel. Een informele en enigszins archaïsche term voor de duivel of een kwade geest.
  • Fantasi - Fantasie. Het vermogen of de activiteit om zich dingen voor te stellen die onmogelijk of onwaarschijnlijk zijn.
  • Fart - Snelheid. De snelheid waarmee iets beweegt of werkt.
  • Fe - Fee. Een mythisch wezen met magische krachten.
  • Feder - Veer. De lichte, zachte bedekking op het lichaam van vogels.
  • Fengsel - Gevangenis. Een plaats waar mensen worden opgesloten als straf voor misdaden.
  • Ferie - Vakantie. Een periode waarin iemand vrij is van werk of school.
  • Ferie - Vakantie. Tijd die wordt vrijgemaakt van reguliere activiteiten om te ontspannen of te reizen.
  • Fisk - Vis. Een waterdier dat wordt gebruikt als voedsel of voor de sport.
  • Fisker - Visser. Iemand die vis vangt voor de kost of als hobby.
  • Flag - Vlag. Een stuk stof dat wordt gebruikt als symbool of decoratie, vaak met specifieke kleuren en patronen.
  • Flaske - Fles. Een vat met een smalle hals dat wordt gebruikt om vloeistoffen in te bewaren.
  • Flod - Overstroming. Een overstroming van water op normaal droog land.
  • Flugt - Vluchten. De handeling van vliegen of ontsnappen.
  • Fornavn - Voornaam. De voornaam van een persoon, gebruikt vóór de achternaam.
  • Forsker - Onderzoeker. Iemand die wetenschappelijk onderzoek doet.
  • Forståelse - Begrijpen. Het vermogen om de betekenis of het belang van iets te begrijpen.
  • Frakke - Jas. Een kledingstuk dat over andere kleding wordt gedragen voor warmte of bescherming.
  • Frugt - Vrucht. Het eetbare deel van een plant dat zaden bevat.
  • Fugle - Vogels. Vogelwezens met veren en vleugels.
  • Fuld - Vol. Zoveel mogelijk bevattend; niet leeg.
  • Fyr - Vuurtoren of man. Kan verwijzen naar een kuststructuur die schepen leidt of een spreektaal voor een man.

Deze lijst omvat een reeks termen die beginnen met F, die allemaal bijdragen aan de rijke Deense woordenschat.