Woorden die beginnen met G in het Deens

In het Deens beginnen veel woorden met de letter G. Hier is een uitgebreide lijst met korte beschrijvingen voor elk woord.

  • Gab - Het Deense woord voor "geeuwen" of "gapen", vaak gebruikt om de handeling te beschrijven waarbij de mond wijd open gaat, uit vermoeidheid of verbazing.
  • Gade - Dit betekent "straat" en verwijst naar een openbare weg in een stad.
  • Gaffel - Het woord voor "vork", een gebruiksvoorwerp om voedsel te eten of te serveren.
  • Gammel - Betekent "oud" en wordt gebruikt om iemand of iets te beschrijven dat er al heel lang is.
  • Gang - Dit betekent "gang" of "doorgang", vaak gebruikt om een gang in een gebouw te beschrijven.
  • Gave - De term voor "geschenk", iets dat aan iemand wordt gegeven zonder er iets voor terug te verwachten.
  • Gem - Verwijst naar "bewaren" of "opslaan", vaak gebruikt in de context van iets opslaan voor toekomstig gebruik.
  • Generel - Het Deense woord voor "algemeen", gebruikt om iets te beschrijven dat niet specifiek of gedetailleerd is.
  • Genstand - Betekent "object" of "voorwerp" en verwijst naar elk tastbaar ding.
  • Gede - Dit is het Deense woord voor "geit", een dier dat bekend staat om zijn gehoornde kop en klimvermogen.
  • Glas - Vertaalt naar "glas", een materiaal dat wordt gebruikt voor drinkvaten of ramen.
  • Glemt - Het voltooid deelwoord van "vergeten", wat "vergeten" betekent.
  • God - Het woord voor "goed", gebruikt om iets van hoge kwaliteit of morele deugdzaamheid te beschrijven.
  • Guld - Het Deense woord voor "goud", een kostbaar geel metaal dat vaak in sieraden wordt gebruikt.
  • Gynge - Verwijst naar een "schommel", een zitje opgehangen aan touwen of kettingen, meestal gebruikt door kinderen in speeltuinen.
  • Gør - Het werkwoord "doen" of "maken", een veelgebruikt actiewoord in verschillende contexten.
  • - Betekent "gaan" en beschrijft het te voet verplaatsen van de ene plaats naar de andere.
  • Gris - Dit betekent "varken", een dier dat gefokt wordt voor zijn vlees en bekend staat om zijn kenmerkende snuit.
  • Gummi - Het Deense woord voor "rubber", een flexibel materiaal dat wordt gebruikt in verschillende producten zoals banden en gummen.
  • Grøn - Betekent "groen", de kleur die wordt geassocieerd met natuur en frisheid.
  • Græde - Verwijst naar "huilen", het laten van tranen, vaak als gevolg van emotie.
  • Grev - De Deense term voor "graaf", een adellijke titel in verschillende Europese landen.
  • Græskar - Dit betekent "pompoen", een grote, ronde vrucht die vaak in de keuken en bij decoratie wordt gebruikt.
  • Gås - Het woord voor "gans", een grote vogel die vaak wordt geassocieerd met migratie.
  • Grænsen - Betekent "de grens", gebruikt om een scheidingslijn tussen regio's of landen te beschrijven.
  • Guld - De Deense term voor "goud", een waardevol geel metaal dat vaak wordt gebruikt in juwelen en valuta.
  • Gavekort - Verwijst naar een "gift card", een vooraf betaalde kaart die als betaalmiddel wordt gebruikt.
  • Gymnasium - Deze term wordt gebruikt om te verwijzen naar de "middelbare school", een onderwijsinstelling voor studenten vóór de universiteit.
  • Gider - Een werkwoord dat "moeite doen" of "zorgen" betekent, gebruikt om bereidheid of neiging uit te drukken.
  • Godnat - De Deense manier om "welterusten" te zeggen, een afscheid voordat je gaat slapen.
  • Glæde - Vertaalt naar "vreugde" of "geluk", een emotie van groot plezier of tevredenheid.
  • Ganske - Betekent "redelijk" of "tamelijk", gebruikt om een gematigde mate van iets aan te geven.
  • Gode - De meervoudsvorm van "goed", gebruikt om meerdere items of mensen van hoge kwaliteit te beschrijven.
  • Gåtur - Verwijst naar een "wandeling" of "wandeling", meestal gedaan voor ontspanning of lichaamsbeweging.
  • Gilde - Een term voor "feest" of "viering", een bijeenkomst waar gegeten en gedronken wordt.

This list includes a range of Danish words starting with G, offering insight into the language's diversity. For further understanding, you might look into how these words are used in various contexts within Danish culture.