Here is a list of English words beginning with the letter “I”, along with brief descriptions:
- I: De negende letter van het alfabet en een voornaamwoord om naar jezelf te verwijzen.
- Ice: Bevroren water, gebruikt om drankjes te koelen of in de natuur.
- Icon: Een symbool of grafische voorstelling; ook een persoon die op een bepaald gebied bewonderd wordt.
- Idea: Een gedachte, suggestie of concept.
- Ideal: Een standaard van perfectie of uitmuntendheid.
- Identity: De kenmerken die een persoon of ding onderscheiden.
- Idle: Niet actief of in gebruik.
- Ignore: Opzettelijk geen aandacht schenken aan iets of iemand.
- Illusion: Een valse waarneming of overtuiging.
- Image: Een visuele voorstelling of een mentale indruk.
- Imbibe: Drinken, vooral alcohol; kennis opnemen.
- Imitate: Iemand of iets kopiëren of nabootsen.
- Immigrate: Naar een land verhuizen om er permanent te wonen.
- Impact: Het sterke effect of de invloed van iets.
- Impede: Vooruitgang belemmeren of verhinderen.
- Imply: Iets suggereren zonder het expliciet te zeggen.
- Import: Goederen of diensten een land binnenbrengen; verwijst ook naar betekenis.
- Important: Van grote betekenis of waarde.
- Impress: Een sterke, positieve invloed op iemand hebben.
- Improve: Iets beter maken.
- In: Een voorzetsel dat insluiting aangeeft; betekent ook modieus.
- Incident: Een gebeurtenis of voorval.
- Include: Iets deel laten uitmaken van een geheel.
- Income: Geld dat je regelmatig ontvangt, vaak van je werk of investeringen.
- Increase: Groter maken in hoeveelheid of mate.
- Independent: Niet afhankelijk zijn van anderen; zelfvoorzienend.
- Index: Een lijst of maat van items; ook een referentie in boeken.
- Indicate: Iets aanwijzen of laten zien.
- Individual: Een enkel persoon of ding.
- Indulge: Zichzelf toestaan om van pleziertjes te genieten.
- Industry: De productie van goederen of diensten; ook een sector van werk.
- Influence: De kracht om iets te beïnvloeden of te veranderen.
- Inform: Informatie of kennis verschaffen.
- Initial: De eerste letter van een naam of woord; komt voor aan het begin.
- Injure: Schade veroorzaken.
- Innocent: Niet schuldig; verwijst ook naar iemand die naïef of onwetend is.
- Insert: Iets in een ander ding stoppen.
- Insist: Iets krachtig eisen.
- Inspire: Iemand motiveren of stimuleren.
- Install: Iets klaarzetten of plaatsen voor gebruik.
- Instance: Een voorbeeld of gebeurtenis.
- Institute: Een organisatie voor een specifiek doel; betekent ook oprichten.
- Instruct: Onderwijzen of aanwijzingen geven.
- Insult: Respectloos spreken of handelen.
- Intend: Een plan of doel hebben.
- Interest: Een gevoel meer te willen leren; ook een aandeel in iets.
- Internal: Met betrekking tot de binnenkant van iets.
- Internet: Een wereldwijd netwerk dat miljoenen netwerken met elkaar verbindt.
- Interpret: De betekenis uitleggen of begrijpen.
- Interrupt: De continuïteit van iets stoppen of verbreken.
- Interview: Een formele bijeenkomst om kwalificaties te bespreken of informatie te verzamelen.
- Intimate: Dichtbij of persoonlijk; verwijst ook naar een goede vriend.
- Introduce: Iemand of iets voor het eerst presenteren.
- Invention: Een nieuwe en originele creatie.
- Involve: Iets toevoegen of ergens bij betrekken.
- Iron: Een sterk metaal dat gebruikt wordt in de bouw; ook een apparaat om kleren te persen.
- Irregular: Niet gelijkmatig of uniform; ongewoon.
- Isolate: Afzonderen of apart zetten.
- Issue: Een belangrijk onderwerp of probleem; verwijst ook naar het publiceren of verspreiden van iets.